opgestaan

Opgestaan, plaatsje vergaan.
Het zou natuurlijk mooi zijn geweest als míjn stoel naast Ab eerbiedig vrij zou zijn gelaten al die maanden. Ik had daar eerlijk gezegd wel een beetje op gerekend. Ik had nog aan Ab gevraagd míjn stoel vooral vrij te houden, maar ik begreep dat hij dit gevecht hooguit drie minuten heeft kunnen volhouden. Begrijpelijk; hij is een bekwame, betrouwbare buurbas. Inmiddels heb ik mij voorlopig verzoend met een derde rang’s plek naast Wim Griffioen. Langzaam vechten wij ons samen een weg terug naar de tweede rij, want zo’n ereplaatsje naast Guus, Dieter en Gerard zit er voor ons vooralsnog niet in. Deze bescheiden plaats op de achterste rij zou beslist mijn voorkeur hebben gehad indien er ook drie rijen tenoren waren geweest. Een beetje leunend tegen een tenor is voor mij de prettigste plek om te zingen. Je wordt dan weliswaar stelselmatig geconfronteerd met je eigen beperkingen in hoogte en lichtheid, maar voelt dat in je verbeelding gecompenseerd door een maatvast vertrouwen onderin. Tóch blijft een onbestemd gevoel van afgunst aanwezig, omdat tenoren nu eenmaal dun gezaaid zijn en deze schaarste maakt ze “gewild”. Kees Veer schuift weer probleemloos aan op zijn oude, vertrouwde plek en zelfs de stoel van Bram Drop staat steevast te wachten op zijn wederkomst. Ach wanneer?

De Horsterwegkerk.
Het ritmisch zingen van de psalmen is volgens mij op de zondagen nog niet aan de orde in deze “Nieuwe Kerk”. Het leek ook alsof of het gebouw zelf protesteerde bij het ten gehore brengen van Britten’s Masterpiece. Tijdens de generale hoorde ik de zware galerijen dreigend kraken en hield ik mijn hart vast dat het preekgestoelte de volstrekt onschuldige knapen niet zou verzwelgen in afkeer. Donderend slagwerk deed het eeuwenoude glas in lood sidderen. Het was dan ook een verstandige keuze dat de pauze pas aan het einde van Saint Sans was gepland, waardoor het merendeel van het geschrokken publiek geduldig moést blijven zitten. Het tweede deel maakte uiteindelijk alles weer goed. Het harmonieuze Noél verdrong moeiteloos de onstuimige St.Nicolas en het was weer vrede aan de Horsterweg. De eerstvolgende zondag verdrongen de stemmige hoeden elkaar bij de ingang en zaten zelfs alle orgelpijpen weer op hun vertrouwde plaatsen alsof er niets was gebeurd.

Valsebas® februari 2007