vakantievreugde

Redicktioneel®

Vakantievreugde

Onder het motto “elk jaar een eiland” brachten wij deze zomer een paar weekjes door op Langkawi en Tioman in Maleisië, respectievelijk in de Andaman- en de Zuidchinese Zee. Beide vulkanisch van oorsprong en overdadig bebost met tropisch regenwoud. Het eerste staat bekend om zijn enorme mangrovebossen terwijl Pulau Tioman de veelgevraagde plaatjes levert met parelwitte strandjes, azuurblauwe zee en een indrukwekkende onderwaterwereld. Die plaatjes kent u, daar val ik u niet mee lastig. Er was een moment dat ik toch graag met u wil delen. Het land is wat bevolking betreft al een smeltkroes met naast de Maleisiërs veel inwoners afkomstig uit Indonesië, China en Thailand. Kuala Lumpur en de vakantiegebieden worden gretig bezocht door toeristen uit Europa, Australië en Japan. Opvallende verschijningen zijn ook de vele toeristen uit Arabische landen. U kunt zich voorstellen dat dit contrastrijke taferelen oplevert, niet het minst aan strand en zwembad. Zwarte burka’s met een smal streepje ontbloot ter hoogte van de ogen naast anderen met slechts een smal streepje bedekt. Tussen dit kleurrijke publiek dineerden we een avond in een restaurant waar de airco te koud was en de gerechten te heet. Halverwege het hoofdgerecht geloofde ik mijn oren niet toen de oosterse achtergrondmuziek stopte en plotseling zacht maar overduidelijk Jesu meine Freude klonk. Prachtig op dwarsfluit uitgevoerd maar nogal in disharmonie met de omgeving. De Chinezen keken er niet van op, net zo min als de Arabische families. Wij vinden het overal mooi, dus ook in dit restaurantje in een uithoek van Maleisië. Natuurlijk heb ik zachtjes meegezongen.

Een mooi bruggetje naar mijn favoriete stuk uit de Belshazzar (een gooi naar de CD bon) zou zijn om nu nummer 60 te noemen. “Tell it out among the heathen”, voor koor en solisten. Om mijn pacifistische buurman Gerard van het Spijker te plagen zou ik eigenlijk “To arms, to arms!” (30) willen nomineren, maar dat komt dit verhaal niet ten goede. Laat ik het dus maar op no. 60 houden.

dick leene. continuo, augustus 2005