vol op z’n mond

Mijn tenniskluppie organiseert eens per jaar een EHBO / EAD reanimatiecursus. Als opfrisser voor de reeds gediplomeerden, maar ook voor beginners als ik. Ik dacht, weet je wat? Ik doe eens mee. Je weet nooit hoe je ooit een brave burger van een benauwde dood kunt redden. Het kan ook best handig zijn dat je, als je iemand al een halfuur kansloos aan het rammen ziet, kunt zeggen: Stop nou maar, dit wordt niks meer vandaag. Een beginner als ik vraagt zich bij de eerste demonstratie op de hierboven afgebeelde, plotsklaps onwel geworden Joris af: Als hij deze reanimatie overleeft, heeft hij tenminste vier gebroken ribben. Er wordt namelijk behoorlijk op los gebeukt op die borstkas! Je moet beresterk zijn om dat te overleven. Ik herinner mij ook de gekneusde ribben van mijn moeder, na een reanimatie op de vloer van de aanleunwoning. Ze heeft de paar jaren daarna alleen nog met pijn gelachen, maar toch: gelachen. Ook herinner ik mij een aantal helaas mislukte pogingen op een tennisbaan. Ik hoor nóg de doffe klap van een hoofd tegen de harde ondergrond en zie even later twee medespelers om het hardst beademen. Ze hadden de cursus duidelijk niet gevolgd, of misschien heel lang geleden. Het had zo goed als zeker niet geholpen, maar deze onfortuinlijke tennisser steeg haast op, met zijn opgeblazen lijf. Ik weet het nu: dertig keer drukken, twee keer beademen. Mijn medecursisten Leanne en Mirjam waren beslist niet onaantrekkelijk en als ik ooit buiten bewustzijn raak, hoop ik dat ze in de buurt zijn. Je zou er een paar gekneusde ribben voor over hebben mensen. dicktipt: defibrilleren kan je leren.